• Volume 64 • 2010

    Volume 64 • 2010


DOI: https://doi.org/10.21825/kzm.v64i0

Articles


Quis nomen tenerum convivae contemnat? De constructie van de persona in J. C. Scaligers vijfde satire

Shari Boodts

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 3-17

Hermes en Simplicius in Ḥarrān: Over middeleeuwse en moderne mythevorming in de geschiedenis van de filosofie

Daniel De Smet

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 19-33

Narratieve schokken, narratologische verschuivingen: Kleists Erdbeben in Chili herbekeken

Helena Elshout

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 35-56

“De ‘neuklassische’ tragedie als moreel exempel voor een nieuwe maatschappij”: Paul Ernsts Demetrios, een tijdloze tragedie

Zoë Ghyselinck

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 57-72

De Roman als Schilderij: Vladimir Nabokov en Jean Rousset

Flora Keersmaekers

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 73-87

De historische imperatief: Elementen voor een moderne benadering van klassieke literatuur

Jeroen Lauwers

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 89-99

“Papa, hoe was ’t vandaag bij u op ’t werk?”: Taalvariatie en dialect binnen het gezin. Een onderzoek bij vier Groot-Aalsterse gezinnen

Renée Moernaut

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 101-115

Vies en Vlaams: de literaire contestatie uit de jaren zestig: Een analyse van het gestencilde tijdschrift daele (1966-1968)

Liesbeth Plateau

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 117-128

Sprookjes in tijden van “crisis”: Een functionalistische benadering van een literair fenomeen

Stijn Praet

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 129-146

Veel talen, één brein: Wat een studie van het meertalige kinderbrein ons leert over de effecten van verschillende vormen van tweedetaalverwerving

Esli Struys

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 147-163

Taalvariatie op de Vlaamse openbare omroep: Substandaardisering in fictieprogramma’s vroeger en nu

Sarah Van Hoof

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 165-182

Van een hartveroverende bescheidenheid: Zelfironie als intentionele auteursstrategie?

Marc van Zoggel

2010-01-12 Volume 64 • 2010 • 183-198