Bijdragen & Bronnen

Desertie naar de vijand in het Belgische frontleger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deel 1

Author
  • Jos Monballyu

Abstract

Over het aantal Belgische militairen dat tijdens de Eerste Wereldoorlog aan het IJzerfront naar de Duitse vijand deserteerde is al veel geschreven. Dit gebeurde dan telkens op basis van secondaire bronnen, zoals de akte van beschuldiging in het strafproces van Adiel Debeuckelaere, de cijfers die Minister van Justitie Émile-Paul Janson op 6 november 1928 in de Kamer van volksvertegenwoordigers meedeelde, een Duits rapport van 1918 en de cijfers die auditeur-generaal John Gillissen over dat onderwerp vermeldde in een artikel over de Belgische militaire gerechtelijke organisatie tussen 1830 en 1981. Hoewel de desertie naar de vijand in de eerste plaats een militair-strafrechtelijk probleem was, vond tot nog toe geen enkele historicus het nodig om hierover de archieven van de militaire gerechtelijke instanties exhaustief te raadplegen. Het gevolg was dat de begrippen gesignaleerde overlopers, strafrechtelijk vervolgde overlopers, vrijgesproken overlopers, gestrafte overlopers en voortvluchtige overlopers in de historische literatuur over de Belgische desertie naar de Duitse vijand door elkaar werden gebruikt met alle gevolgen van dien. In de hiernavolgende studie worden deze begrippen wel nauwkeurig onderscheiden, waardoor het voor het eerst mogelijk werd om te analyseren wat het militair strafrecht toen precies onder desertie naar de vijand verstond, hoeveel Belgische militairen er precies voor dat misdrijf strafrechtelijk vervolgd werden en hoeveel er hiervan naderhand buitenvervolging werden gesteld, werden vrijgesproken, werden gestraft of voortvluchtig bleven. Op basis van deze laatste cijfers wordt dan precies worden nagegaan tot welke legerafdelingen en linieregimenten de militairen behoorden die werden gestraft wegens desertie naar de vijand, van welke gemeente zij afkomstig waren, welke beroepen zij uitoefenden en hoe zwaar zij precies werden gestraft.

__________

Desertion to the enemy in the Belgian front line during the First World War. Part 1

Much has already been written about the number of Belgian military who deserted to the German enemy at the front line along the IJzer during the First World War. These descriptions were always based on secondary sources, like the bill of indictment in the criminal process against Adiel Debeuckelaere, the figures stated by Minister of Justice Émile-Paul Janson in the Chamber of Representatives on 6 November 1928, a German report of 1918, as well as the figures about the subject listed by the auditor-general John Gillissen in an article about the Belgian military legal organisation between 1830 and 1981. Although the desertion to the enemy was in the first place a problem of military criminal law, until the present no historian has felt the need to research the subject exhaustively in the archives of the military legal institutions. The result of this was that concepts such as signalled defectors, defectors prosecuted in criminal proceedings, acquitted defectors, punished defectors and defectors on the run are used mixed together in the historical literature about the Belgian desertion to the German enemy with all the consequences that will entail. However, in the following study these concepts are carefully distinguished from each other. This allows us to analyse how military criminal law defined desertion to the enemy exactly, precisely how many Belgian military were prosecuted for that crime, and for how many of them the prosecution was stopped later, how many were cleared, were punished or remained on the run. Based on the latter figures it is established to which exact army departments and line regiments those military belonged who were punished for defection to the enemy, from which municipality they originated, what their professions were and what level of punishment they received.

How to Cite:

Monballyu, J., (2013) “Desertie naar de vijand in het Belgische frontleger tijdens de Eerste Wereldoorlog. Deel 1”, WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging 72(1), 39-67. doi: https://doi.org/10.21825/wt.v72i1.15953

Downloads:
Download pdf
View PDF

1614 Views

348 Downloads

Published on
31 Mar 2013
Peer Reviewed
License