Abstract
Ondanks het initiële enthousiasme over de mogelijke kansen die de covidcrisis bracht, lijkt het nieuwe normaal verdacht veel op het oude normaal. In dit commentaar, met als geografische focus het Vlaams gewest, buig ik me over beleidsinterventies die verplaatsingspatronen trachtten te wijzigen tijdens en na de opeenvolgende lockdowns. Ik hou daarbij onder andere de rapporten van zowel het economisch als het maatschappelijk adviescomité tegen het licht, en sta ook stil bij sensibiliserende campagnes voor fietsgebruik. Ik betoog dat de business-as-usual het resultaat is van een op het individu gerichte kijk op gedragsverandering, het zogenaamde libertair paternalisme, waarin de Vlaamse regering de lockdown heeft geframed als marketingcampagne voor fietsen en thuiswerken. Tegelijkertijd ontwikkelde de regering een neoliberale kijk op het individu. Als alternatieve benadering schuif ik Social Practice Theory (SPT) naar voren die uitgaat van een wisselwerking tussen maatschappij en individu als verklaring voor gedrag. SPT is daarmee een interessant kader om naar de werkelijkheid te kijken, maatschappelijke verandering te analyseren en te gaan detecteren hoe transitieprocessen in gang kunnen worden gezet, en legt een breed veld aan beleidsinterventies open. SPT biedt daarom ook kansen om de klimaatcrisis te beheersen.
Keywords: Covid-19, verplaatsingspatronen, libertair paternalisme, Social Practice Theory, mobiliteitsbeleid
How to Cite:
Van Eenoo, E., (2023) “Verplaatsingspatronen voor, tijdens en na de covidcrisis: welke kansen zijn er (niet) gegrepen?”, Ruimte & Maatschappij 14(1), 14–24. doi: https://doi.org/10.21825/renm.89134
Downloads:
Download PDF
View PDF