Abstract
Om de luchtvervuiling door de auto tegen te gaan, vaardigde de Europese Commissie nieuwe emissienormen uit. Het gevolg ervan is dat sinds 1 januari 1993 alle nieuwe auto's moeten uitgerust zijn met een katalysator. In de période die aan de verplichte invoering voorafging, was er een overheidscampagne die de katalysator aanprees, en een premie die gedeeltelijk de kosten van de katalysator dekte. In deze bijdrage wordt nagegaan hoe de automobilisten in Vlaanderen tegenover de problematiek van de vervuiling door de auto staan. Meer in het bijzonder werd er gekeken naar de mate waarin de nieuwe technologie - de katalysator - door hen aanvaard werd, en welke de impact geweest is van de overheidscampagne, van het premiestelsel en van het milieubewustzijn. Het beeld dat uit dit onderzoek naar voren komt, is er één waarbij de automobilist blijkbaar niet zoveel echt kiest. Hij/zij is trouw aan een bepaald soort brandstof en aan een merk of een garagehouder. Hij koopt dan wat er binnen die grenzen beschikbaar is. De verplichte invoering van de katalysator stoort ook niet. De automobilist is zich bewust van de vervuiling, maar voelt zich zelf niet erg verantwoordelijk, en verwacht vooral heil van door de overheid opgelegde maatregelen.
How to Cite:
Berloznik, R., Deschouwer, K., Lenaers, G. & Mariette, D., (1993) “De Vlaming, zijn auto en het milieu”, Tijdschrift voor Sociologie 14(4), 493–515. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86182
Downloads:
Download PDF
View PDF