Abstract
De invloed van de mobiliteit op het leefmilieu hangt samen met de verplaatsingswijze en situeert zich niet alleen op het vlak van de verplaatsing zelf maar ook op het vlak van produktie en beheer van de verplaatsingsmiddelen- en infrastructuur. De private (vracht)wagen veroorzaakt de grootste milieuhinder. Het huidige beleid streeft ernaar de vier hoofddoelstellingen (bereikbaarheid, betaalbaarheid, veiligheid, leefbaarheid) op een evenwichtige wijze te realiseren. Dit houdt een wijziging in van een (de verplaatsingsstromen) volgende wegeninfrastructuurpolitiek naar een sturende mobiliteitspolitiek. Er kan aangetoond worden dat de laatste jaren de overheid meer aandacht besteedt aan deze sturende mobiliteitspolitiek waarbij meer aandacht aan milieuleefbaarheid wordt besteed. Dit situeert zich op het vlak van het openbaar en gemeenschappelijk vervoer, de infrastructuur voor milieuvriendelijker mobiliteit, de heraanleg van de bestaande wegeninfrastructuur, het niet aanleggen van milieuonvriendelijke(re) infrastructuurwerken en de wijze waarop infrastructuurwerken worden aangelegd. Desalniettemin wordt er tot op heden toch nog onvoldoende uitdrukking gegeven aan deze sturende mobiliteitspolitiek.
How to Cite:
Goossens, W., (1993) “Het beleid inzake mobiliteit en milieu”, Tijdschrift voor Sociologie 14(4), 431–449. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86179
Downloads:
Download PDF
View PDF