Abstract
In de etnomethodologie is het theoretisch dispuut tussen Harold Garfinkel en Aaron Cicourel bekend, maar weinig bestudeerd. In dit artikel wordt aangetoond dat, terwijl Cicourel juist cognitieve sociologie voorstaat, de benadering van Garfinkel en van het overgrote deel van de etnomethodologen en conversatie-analysten duidelijk anti-cognitief is. Garfinkels positie vertoont opvallende gelijkenissen met pragmatisme en analytische filosofie en deelt ook hun tekorten : een radicale, maar onbezonnen betekenistheorie en een unidimensionele werkelijkheidsopvatting ontoereikend voor de Studie van het alledaagse leven en haar (schijnbare) ordelijkheid. Cicourels cognitieve aanpak, die getrouwer de fenomenologische traditie van Alfred Schütz volgt, lijkt hiervoor meer geschikt. In het laatste deel van dit artikel wordt echter gesteld dat o.w.v. de dubbele structuur van de menselijke betekenisgeving beide benaderingen eigenlijk best kunnen worden geïntegreerd in een soort “praxiologie”.
How to Cite:
Bekaert, S., (1992) “Een interpretatieve kritiek op het etnomethodologisch behaviourisme”, Tijdschrift voor Sociologie 13(2), 221–261. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86143
Downloads:
Download PDF
View PDF