Abstract
Op basis van het Belgisch sociaal economisch panel, uitgevoerd in 1985 en 1988 door het Centrum voor Sociaal Beleid te Antwerpen, kan voor de eerste maal in België de duur en de dynamiek van de bestaansonzekerheid bestudeerd worden, wat het gebruikelijke beleid op enkele punten ingrijpend wijzigt. Het aantal langdurig bestaansonzekeren is veel geringer en bedraagt ongeveer de helft van het aantal geteld op één bepaald ogenblik. Het profiel van de langdurige armoede is globaal genomen, vrij vergelijkbaar met dit van de cross-sectionele armoede. Het longitudinaal perspectief benadrukt vooral de ernst van de situatie bij de werkloze gezinshoofden en de alleenstaande ouders en relativeert de hypothese van verjonging van de armoede. Verder blijken de gevolgen van negatieve transities in de tewerkstellingssituatie van het gezinshoofd groter te zijn dan de negatieve gezinstransities. Tenslotte worden deze resultaten in een ruimer Europees perspectief geplaatst. België neemt in vergelijking met de andere Europese landen, en zelfs in vergelijking met haar Benelux-partners, een gunstige positie in met een relatief klein aantal armen, een geringere graad van inkomensongelijkheid en een minder omvangrijke langdurige armoede.
How to Cite:
Cantillon, B., Deleeck, H., Meulemans, B. & Van Den Bosch, K., (1991) “Inkomen, welvaart en armoede in België, 1985-1988”, Tijdschrift voor Sociologie 12(3-4), 293–338. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86120
Downloads:
Download PDF
View PDF