Abstract
Het ideologiebegrip bezit in de sociaal-wetenschappelijke literatuur geen eenduidige betekenis. Met het gebruik van dit “fuzzy concept” zijn echter een aantal vragen en thema's verbonden waarin wel enige samenhang valt te onderkennen. Na een bondig overzicht van deze zogenaamde ideologie problematiek, wordt in het spoor van een aantal recente ontwikkelingen binnen het ideologiedebat gepleit voor een legitimatietheoretische benadering. Het ideologiebegrip verwijst dan naar die “anonieme organisatorische vertogen” (“discours”) waarin “goede redenen” of argumenten worden aangebracht voor ofwel de instandhouding, ofwel de herschikking van een gegeven heerschappij-orde. Als strikt-argumentatief opgebouwde vertogen verschillen ideologieën primair van pre-moderne legitimatiekaders. Traditionele en religieuze wereldbeelden halen hun legitimerende kracht immers niet uit rationele argumenten, maar stoelen op pre-reflexieve gezagsbronnen of “auctoritas” (openbaring, profetieën,...). Voor een mogelijke verklaring van het onderscheid tussen de traditionele en de modem¬ ideologische wijze van machtslegitimatie, wordt verwezen naar de evolutietheorie van J. Habermas (in het bijzonder de zogenaamde rationalisering van de leefwereld). Het door Habermas gebezigde analyse-model levert tevens de nodige aanknopingspunten voor de identificatie van de toonaangevende ideologische vertogen binnen een moderne samenleving. Aan de hand van enkele voorbeelden worden tenslotte ook de mogelijke methodologische merites van een vertooganalystische benadering van ideologieën gesignaleerd.
How to Cite:
Laermans, R., (1987) “Ideologie en sociale werkelijkheid: bouwstenen voor een sociologische ideologietheorie”, Tijdschrift voor Sociologie 8(1), 55–82. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85968
Downloads:
Download PDF
View PDF