Abstract
De stelling dat westerse welvaartsstaten na de Tweede Wereldoorlog een convergente ontwikkeling doormaken en dat de economische crisis deze convergente trend alleen nog maar versterkt, lijkt algemeen aanvaard. In dit artikel wordt evenwel een alternatief perspectief gepresenteerd: westerse welvaartstaten lijken sedert het midden van de jaren zeventig een uiteenlopende ontwikkeling naar “sterke” en “zwakke” welvaartsstaten door te maken. Vertrekkend vanuit een vergelijking van de Zweedse, als een sterke welvaartsstaat, en de Nederlandse welvaartsstaat, als een zwakke welvaartsstaat, wordt de stelling verdedigd dat de belangrijkste oorzaak voor deze divergentie is gelegen in de politieke sfeer, meer in het bijzonder de sociale politiek. Feitelijk is dit de resultante van een lang historisch proces, dat zijn wortels heeft in de jaren dertig, waaraan belangrijke bijdragen zijn geleverd in de jaren vijftig en zestig, en waar lange termijn ontwikkeling in de maatschappelijke krachtsverhoudingen, al dan niet diepgaand gewijzigd In de jaren zeventig, doorslaggevend zijn.
How to Cite:
Roebroek, J., (1987) “De dynamiek van na-oorlogse welvaarstaten: enige theoretische aanzetten tot een vergelijkende analyse van sociale politiek”, Tijdschrift voor Sociologie 8(1), 3–25. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85966
Downloads:
Download PDF
View PDF