Abstract
Het opzet van deze studie betreft het testen van het door Zajonc en Markus, ter verklaring van de cognitieve ontwikkeling, voorgesteld psychosociale confluentiemodel waarin wordt aangetoond dat de intellectuele ontwikkeling van het kind, die bepaald wordt door de gemiddelde intellectuele gezinsomgeving, niet alleen afhankelijk is van de gezinsgrootte maar ook van de lengte van de intervalperiodes tussen de geboorten. Meer concreet, wordt - bij 1206 scholieren uit het secundair onderwijs - nagegaan in welke mate gezinsstructurele factoren een effect uitoefenen op de behaalde Studieresultaten. In tegenstelling tot de predicties van genaamd confluentiemodel maar in lijn met de meer recente empirische bevindingen, werd gevonden dat, na controle voor sociale klasse van herkomst, leeftijd en bezochte school, de gezinsstructurele variabelen geen bijdrage leveren tot het verklaren van de variantie in de studieprestaties. Aansluitend hierbij wordt erop gewezen dat het effect van 'externe' beïnvloedingsmechanismen - zoals school en vrienden - mogelijks een verklarende bijdrage kan leveren voor de cognitieve ontwikkeling van schoolgaande kinderen.
How to Cite:
Van Hijfte, M., (1984) “De invloed van de gezinsconfiguratie op de studieprestaties van scholieren”, Tijdschrift voor Sociologie 5(3), 365–386. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85883
Downloads:
Download PDF
View PDF