Abstract
De milieubeweging is slechts een uiting van het huidige ongenoegen over de verzorgingsstaat. Ze illustreert de systematische tegenstelling die in de moderne maatschappijen ontstaan is tussen de particuliere belangen van de burgers in een concrete omgeving enerzijds en het zogenaamd algemeen belang dat door de verzorgende apparaten gediend wordt, anderzijds. Deze systematische tegenstelling, zo wordt betoogd, is te wijten aan drie grote blindheden van de huidige verzorgingsstaat; ten eerste zijn simplisme, de te gemakkelijke verleiding van problemen tot wat men met de bestaande beheersingstechnieken aankan; ten tweede zijn ruimteloosheid, de verwaarlozing van andere ruimtelijke integratieniveau's dan de centrale staat; ten derde zijn administratieve casuïstiek, waardoor de complexiteit van de dagelijkse leefwereld genegeerd wordt en weerbarstigheid wordt uitgelokt. Deze blindheden kunnen slechts overwonnen worden door de ontwikkeling van een ecologisch integratieprincipe. Dit veronderstelt ten eerste meer empirische kennis over de ecologische structuren van verschillende ruimtelijke omgevingen of sociale biotopen. Ten tweede moeten er beslissingsstructuren ontwikkeld worden die de integratie op elk ruimtelijk niveau bevorderen en die de mobilisatieprocessen binnen deze ruimtes kunnen sturen. Inspraakacties kunnen beschouwd worden als spontane therapeutische praktijken, waardoor nieuwe horizontale relaties bevorderd worden, en een grotere integratie binnen de betreffende sociale ruimte bereikt wordt.
How to Cite:
Lauwers, J., (1983) “Het groene ongenoegen”, Tijdschrift voor Sociologie 4(4), 431–450. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85851
Downloads:
Download PDF
View PDF