Onheil afwerende figuren bij Gentse gebouwen - Deel 4: In de abdijen
- Luc Devriese
Abstract
In deze GT serie komen, als vierde in de reeks over onheil afwerende (apo tropaeïsche) figuren, de bewaard gebleven exemplaren in de twee grote Gentse abdijen aan bod. Je zal ze vooral aantreffen in de Sint-Baafsabdij, voor zoverre je ze nog goed kan zien, want velen zijn fel aangetast door erosie. Het betreft (meest) 15de-eeuwse, al of niet bebladerde, argwanend of boos kijkende koppen in kapitelen en kraagstenen op hun originele plaatsen. Bijzonder is een ensemble van acht tronies aangebracht op de pijlers van het lavatoriumgebouwtje van de Sint-Baafsabdij. Ze kijken allen spottend of kwaad. Minstens vier zijn vrouwelijk. Op een enkele na, zijn ze uitgesproken lelijk. Moesten ze de verplicht celibataire monniken behoeden voor ‘vleselijke’ bekoringen? Losse exemplaren uit andere Gentse vindplaatsen bleven bewaard in de Historische Stenen Collectie ondergebracht in de abdijruïnes. Meerdere zijn eveneens duidelijk bedoeld om onheil af te weren en eventuele kwaadwillige krachten schrik aan te jagen. Bij de tweede grote Gentse abdij, Sint-Pieters, bleef een heel ander type onheil afwerende afbeeldingen bewaard: kraanvogels, symbolen van waakzaamheid. Deze vogels zoeken hun voedsel in groep, terwijl er steeds minstens één dier waakzaam blijft. Bij het minste gevaar slaan de wakers alarm, waarna de hele troep meteen luid trompettend hoog in de lucht verdwijnt.
How to Cite:
Devriese, L., (2022) “Onheil afwerende figuren bij Gentse gebouwen - Deel 4: In de abdijen”, Ghendtsche Tydinghen 51(6), 374–383.