Rondreizende heelkundige specialisten (18de eeuw)
- Alfons Van Werveke
Abstract
Aansluitend bij het verhaal van de wonderen verricht door ambulante ‘tandmeesters’ in GT 2021 nr. 4-5, peilt deze bijdrage naar de achtergrond van het verschijnsel ‘rondreizende heelmeester’ in vroeger eeuwen. We doen dat aan de hand van een bewerkte tekst van Alfons Van Werveke die in de jaren 1930 twee types specialisten beschreef die van stad naar stad trokken om hun kunde en kunst uit te oefenen: zogenaamde ‘steensnijders’ en oogheelkundigen, meer bepaald ‘kataraktlichters’. De reden voor hun rondreizende praktijk is te zoeken in het feit dat er voor hun specialiteit te weinig patiënten per lokaliteit waren. Er was toen, net als nu nog, voldoende ‘patiëntmateriaal’ nodig om ervaring op te doen, handig te worden en te blijven. De reismogelijkheden waren beperkt. Klinieken bestonden nog niet: de hospitalen of gasthuizen deden niet meer dan onderkomen bezorgen aan wie het nodig had. De lijdende kon ook niet naar een bepaalde stad ergens ver weg (naar de normen van die tijd) trekken om zich te laten behandelen. De specialist kwam naar hen toe: hij liet bekend maken dat hij een tijdlang in deze of gene stad zou verblijven en de patiënten ‘stroomden’ toe, althans zij die het konden betalen. Sommigen werden door de Stad betaald om ook hulpbehoevenden te verzorgen. Van Werveke geeft nog een andere reden op voor hun veelvuldig reizen: hun vele falen, hun onkunde in feite.
How to Cite:
Van Werveke, A., (2022) “Rondreizende heelkundige specialisten (18de eeuw)”, Ghendtsche Tydinghen 51(3), 221–226. doi: https://doi.org/10.21825/gt.92102
Downloads:
Download PDF
View PDF