Bijdragen & Bronnen
Author: Romain Vanlandschoot
Deel 3: Hoogtepunt 1910-1914
De samenwerking tussen August Vermeylen en Hugo Verriest kende in de laatste jaren voor de Eerste Wereldoorlog een waar hoogtepunt. De toespraak van Verriest op de Brusselse wereldtentoonstelling, 5 juli 1910, in aanwezigheid van koning Albert I, maakte veel ophef, maar stootte ook de liberale opinie voor het hoofd door zijn eenzijdige kijk op de West-Vlaamse literatuur. In 1912 stelde Vermeylen zijn bekende leuze uit 1900 bij: “om iets te zijn moeten we Vlaming zijn. Wij willen Vlaming zijn om Europeeër te worden”. Hij positioneerde de Vlaamse beweging in het groeiende spanningsveld tussen Frankrijk en Duitsland.
Het jaar daarop zette Vermeylen zich in, als voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen, om op 17 augustus 1913 een grootse hulde te brengen aan de pastoor van Ingooigem, in aanwezigheid van duizenden Vlamingen en Nederlanders. Hij prees hierbij de verdraagzaamheid die Verriest opbracht voor andersdenkenden. Hij waardeerde in hem de “innige samenhang van kunst en leven, die letterkundigen en strijders voor hogere cultuur in Vlaanderen verenigt”. Op de feestelijkheid waren alle generaties sedert het overlijden van Albrecht Rodenbach (1880) aanwezig, “van overal waar Nederlandse taal klinkt”.
De laatste vooroorlogse samenwerking betrof de agitatie rond het wetsontwerp van minister Prosper Poullet op het lager onderwijs en de desbetreffende taalregeling voor de Vlaamse kinderen, inzonderheid te Brussel. Op de meeting van 10 februari 1914 voerden de socialistische voorman Alberic Deswarte, de katholieke priester Hugo Verriest en August Vermeylen het woord. Verriest had het over het bevrijdende ‘nadere springtij’ in Vlaanderen. Met zijn allen ijverden zij voor de fundamentele rechten van alle volkskinderen op onderwijs in de moedertaal, vorming en behoorlijke beroepsopleiding. Vermeylen waarschuwde scherp voor het verlies van Brussel door de sterke verfransingsdruk.
Als algemeen besluit mag gelden dat de samenwerking van Vermeylen en Verriest in de jaren 1895-1914 een belangrijke bijdrage betekende in de vooruitgang van de Vlaamse beweging.
________
Tolerance and pragmatic cooperation in the Flemish Movement. Hugo Verriest and August Vermeylen 1895-1914. Part 3: High point 1910-1914Keywords:
How to Cite: Vanlandschoot, R. (2013) “Verdraagzaamheid en pragmatische samenwerking in de Vlaamse beweging. Hugo Verriest en August Vermeylen 1895-1914. Deel 3”, WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging. 72(3). doi: https://doi.org/10.21825/wt.v72i3.12194