@article{wt 79075, author = {Romain Vanlandschoot}, title = {"Onze toestand dwingt ons tot spreken." Brief van Cyriel Verschaeve an kardinaal Mercier — 6 augustus 1917}, volume = {77}, year = {2019}, url = {https://openjournals.ugent.be/wt/article/id/79075/}, issue = {3}, doi = {10.21825/wt.v77i3.15687}, abstract = {<p>De brief heeft van 1917 tot 2017 een merkwaardige geschiedenis gekend met betrekking tot de teksteditie. In deze bijdrage wordt de laatste, wetenschappelijke editie in de Open Brieven (Antwerpen, 2017) gevolgd.<br>Een van de belangrijkste documenten uit de voorgeschiedenis van de brief is het essay 1830-1908, een ongepubliceerde tekst die door Lodewijk Dosfel in februari 1918 te Gent werd uitgegeven. Dit essay openbaart de opvattingen van Verschaeve over natie en staat, geheel verschillend van die van Mercier. De kapelaan volgde hier de Zuid-Afrikaanse generaal uit de Boerenoorlog, Christiaan De Wet, en de Luikse hoogleraar Emile de Laveleye. De voorbereidende stappen tot de brief zijn merkbaar in de dagboekaantekening van 25 januari 1915, gewijd aan de beroemde Patriotisme et Endurance (verzet tegen de Duitsers) en in die van 18 september 1916, over de twee politieke objectieven van Verschaeve: de vernederlandsing van de Gentse universiteit en de inrichting van de bestuurlijke scheiding.<br>De eerste week van augustus 1917 voelde kapelaan Verschaeve zich bedreigd. Hij maakte zich zorgen over het uitblijven van het antwoord van koning Albert I op de Open Brief van 11 juli door de leiding van de Frontbeweging aan de vorst gestuurd en bij de soldaten verspreid. Bovendien was aan de top van de regering De Broqueville een wissel doorgevoerd: het Ministerie van Oorlog kwam in handen van Armand De Ceuninck, een hardvochtig generaal. Verschaeve vreesde het ergste voor hem en voor de soldaten.In die omstandigheden nam hij het initiatief om op eigen houtje een (tweede) open brief aan de koning te schrijven en een oud plan uit te voeren: een brief gericht aan paus Benedictus XV en een aan kardinaal-aartsbisschop Désiré Mercier.<br>In het eerste deel van zijn brief sprak de kapelaan zijn grote bewondering uit voor de kardinaal en zijn verzet tegen de Duitse overweldiger. Vervolgens herinnerde hij aan de homilie van 21 juli 1916 in Sint-Goedele te Brussel over de betekenis van de soldaten aan de IJzer: ils sont nos sauveurs. En dat bracht hem vanzelf tot de beklagenswaardige situatie van de Vlaamse piotten, de spanningen in het leger en het repressieve optreden van de overheid. In het tweede deel trok Verschaeve scherp van leer tegen de aartsbisschoppelijke maatregel, met betrekking tot het activisme, de Duitse maatregel voor de vernederlandsing van de Gentse universiteit en het doorvoeren van de bestuurlijke scheiding in België en de autonomie van Vlaanderen. Het zijn uitgesproken politieke statements van de kapelaan over de Vlaamse beweging.<br>Met deze brief heeft Verschaeve Mercier willen counteren maar is daar niet in geslaagd. De brief is in oktober 1917 in Londen afgegeven aan de vertegenwoordiger van de kardinaal, Mgr. Antoon De Wachter. Of hij Mechelen heeft bereikt weten we niet. Wel werd de tekst aan het front verspreid. Verschaeve dacht daarbij een keerpunt te bewerkstellingen in de Frontbeweging en in de Vlaamse beweging in het algemeen.<br>__________</p> <p><strong>“Our situation compels us to speak.” Cyriel Verschaeve’s Letter to Cardinal Mercier, 6 August 1917</strong></p> <p>From 1917 to 2017, this letter has had a noteworthy publishing history. This article follows the latest, scholarly edition in Open Brieven (“Open Letters”, Antwerp, 2017).<br>One of the most important documents from the prehistory of this letter is the essay 1830-1908, an unpublished text that was issued by Lodewijk Dosfel in February 1918 in Ghent. This essays reveals Verschaeve’s views on nation and state, quite different from those of Mercier. Here, the chaplain follows the Afrikaner Boer War general, Christiaan De Wet, and the Liège university professor Émile de Laveleye. The preparatory steps toward the letter can be gleaned in his journal entry of 25 January 1915, dedicated to the well-known Patriotisme et Endurance (“Patriotism and Endurance”, an address of Mercier’s relating to resistance to the Germans) as well as in the entry pf 18 September 1916, about Verschaeve’s two political objectives: transforming the University of Ghent into a Dutch-speaking institution and establishing administrative separation.<br>In the first week of August 1917, chaplain Verschaeve felt himself to be under threat. He worried about the lack of a response from King Albert I to the Open Letter of 11 July, which had been sent to the sovereign by the leadership of the Front Movement and spread among the soldiers. In addition, a change had recently taken place in the ranks of the De Broqueville government: the War Ministry came into the hands of Armand De Ceuninck, a stern general. Verschaeve now feared the worst for himself and for his soldiers.<br>In these circumstances, he took the initiative on his own accord to write a (second) Open Letter to the king and to put an old plan into action: a letter to be sent to Pope Benedict XV and Cardinal-Archbishop Désiré Mercier.<br>In the first half of his letter, the chaplain spoke of his great admiration for the cardinal and his resistance to the German usurper. Subsequently, he remembered the homily of 21 July 1916 at the Cathedral of Saint Gudula about the soldiers on the Yser: “they are our saviours”. This brought him right to the pitiable situation of the Flemish infantrymen, the tensions in the army and the repressive conduct of the government. In the second half, Verschaeve very angrily attacked the archbishop’s attitudes on topics such as Activism, the German measures for the transformation of the University of Ghent and the implementation of administrative separation in Belgium and autonomy for Flanders. These were outspoken political statements from the chaplain about the Flemish Movement.<br>Verschaeve had wanted to counter Mercier but did not succeed in doing so. In October 1917, the letter was handed to the representative of the cardinal, Mgr. Antoon De Wachter. It is unknown whether it made it to Mechelen. The text was, however, spread at the front. In doing so, Verschaeve intended to bring about a turning point in the Front Movement and in the Flemish Movement in general.</p>}, month = {12}, pages = {231-252}, publisher={ADVN | archief voor nationale bewegingen}, journal = {WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging} }