Bijdragen & Bronnen
Author: Heili Verstraete
In de oorlogsdagboeken van Joris Van Severen valt zijn belangstelling op voor bepaalde aspecten van de Russische cultuur, die weinig met elkaar gemeen hebben, met name Dostojevski en de Russische revolutie. Dat heeft ertoe geleid dat men het soms zelfs heeft over zijn ‘linkse periode’, wat op zijn minst merkwaardig is in het licht van zijn evolutie naar de corporatistische ideologie van het Verdinaso. In dit onderzoek wordt ingegaan op die twee met elkaar botsende oriëntaties.
Het enthousiasme voor Dostojevski kadert in de belangstelling voor de Russische literatuur die op het einde van de 19e eeuw op dreef komt. In ons taalgebied gebeurde de introductie bijna altijd via Duitse en Franse vertalingen en die werden bij een breed publiek populair dankzij de literaire critici. Die hebben het beeld van de Russische literatuur sterk beïnvloed. Die vertalingen waren echter vaak weinig accuraat en voor vertalingen waren kleinere taalgebieden uitgerekend op die tussenteksten aangewezen. Het was dus voor dit onderzoek van belang niet alleen Van Severens reactie op de Russische auteurs te bestuderen, maar ook welke critici zijn keuze hebben beïnvloed, én welke vertalingen hij las.
De Russische literatuur werd bij Van Severen herleid tot Dostojevski. Onder invloed van o.m. de Franse literatuurcriticus de Vogüé vereerde hij het religieus-ethische imago van de orthodoxe slavofiel Dostojevski als prediker van het lijdzaam ondergaan van menselijk lijden. Van Dostojevski’s generatiegenoten die voorstander waren van hervormingen en in Europa evenveel of zelfs meer succes hadden, kregen alleen Tolstoj en Gorki enige aandacht. Zijn bewondering voor Dostojevski werd blijvend gevoed door die eenzijdige Dostojevski-exegese, die in de loop der tijd altijd weer adepten vond.
Naarmate de oorlogsmoeheid toenam werd ook Van Severen aangestoken door het revolutionaire elan van de bolsjevieken, Lenin en Trotski op kop. Maar terwijl anderen in Europa ook oog hadden voor het bredere spectrum van hervormingsgezinde ideeën, had Van Severen vooral bewondering voor de Leninistische tactiek: één leider, één politieke lijn, geen tegenspraak of afwijkende meningen.
In het beginjaar stond zijn tijdschrift Ter Waarheid (1921-1924) nog open voor de voorhoede van pacifistisch-anarchistische tijdschriften. Het tijdschrift nam o.m. bijdragen op die de maatschappelijke hervormingen van de Russische progressieve intelligentsia via de Proletkult beschreven. Maar die belangstelling is snel verdwenen. Steeds meer zetten conservatief-katholieke en nationalistische artikels de toon in Ter Waarheid. Van de Russische schrijvers kreeg ook in die periode alleen Dostojevski aandacht. Van Severen sloot aan bij de stroom publicaties die verschenen bij Dostojevski’s 100e verjaardag en wijdde zelfs een dossier aan hem. Dat bleef evenwel teleurstellend onpersoonlijk en beperkte zich tot een eerder slordige compilatie van leesindrukken, samenvattingen, citaten en fragmenten van diverse Dostojevski-adepten, die ook bij Van Severen in hoog aanzien stonden.
Vanuit zijn francofiele voorkeuren had hij in die beginperiode ook aandacht voor de Clarté-beweging en voor de pacifist Romain Rolland. Bij de gelijkgestemden in ons taalgebied waren het vooral H. Roland-Holst en F. van Eeden die kortstondige aandacht kregen. Eind 1921 had Van Severens ‘linkse’ belangstelling al plaats geruimd voor ‘revolutionair rechts’ gedachtegoed. En daarin bleef Dostojevski in de gedaante waarin Van Severen hem zag, perfect passen.
____________________________
Joris van Severen’s Russian inspiration
In his war diaries Joris Van Severen displays a strange contradiction in his fascination for Dostoevsky on the one hand, and the Russian Revolution on the other hand. This interest in widely different aspects of Russian culture even caused some speculation about his ‘leftist period’, which, in view of his evolution towards the corporatist ideology of the Verdinaso, seems at least peculiar. The present study examines those two colliding tracks.
The keen interest in Dostoevsky fits in with the nascent interest in Russian literature at the end of the 19th century. Russian writers were introduced through German and French translations, which were often inaccurate. Nevertheless, they became popular thanks to the literary critics, who strongly influenced the reception of Russian literature. As in other smaller language areas, Dutch-speaking readers depended on those German and French belles infidèles. It is therefore important not only to study Van Severen’s response to Russian literature, but also to ascertain which critics influenced his choice, and which translations he read.
Van Severen essentialised Russian literature to one writer: Dostoevsky. Influenced by, among others, the French literary critic de Vogüé, he venerated the religious-ethical image of the Orthodox Slavophile Dostoevsky as the preacher of humbly endured human suffering. Of Dostoevsky's contemporaries who favoured reforms and were equally or even more successful in Europe, only Tolstoy and Gorky received any attention. As it turned out, Van Severen’s admiration for Dostoevsky would continue to be fuelled by that one-sided Dostoevsky exegesis, which would find adepts time and again.
As war fatigue increased, Van Severen was also charmed by the revolutionary impetus of the Bolsheviks, Lenin and Trotsky in particular. But while others in Europe also had an eye for the wider spectrum of reformist ideas, Van Severen particularly admired the Leninist tactic: one leader, one political line, and no frictions or deviations.
In the year that it was launched, his Ter Waarheid magazine (1921-1924) still dedicated half of its pages to the forefront of pacifist-anarchist magazines. Among other things, the magazine included contributions describing the social reforms of the Russian progressive intelligentsia through the Proletkult. But that interest quickly disappeared, as conservative Catholic and nationalist articles increasingly set the tone in Ter Waarheid. Dostoevsky was the only Russian writer who continued to draw any interest. Van Severen also joined the stream of publications, that appeared to mark Dostoyevsky's 100th birthday, to the point of dedicating a complete file to the author. The dossier remains disappointingly impersonal, however, at best a sloppy compilation of reading impressions, summaries, quotes, and excerpts from Dostoevsky adepts whom he held in high regard.
Following his Francophile preferences, he also devoted time and attention to the pacifist Romain Rolland and the Clarté movement in that period. Among the like-minded people in our language area, mainly H. Roland-Holst and F. van Eeden briefly attracted his attention. At the end of 1921, Van Severen’s 'left-wing' interest had already given way to 'revolutionary right-wing' ideas. As a result, Van Severen could continue to idolize Dostoevsky, as he had before, framed according to his personal appreciation.
Keywords:
How to Cite: Verstraete, H. (2020) “De Russische inspiratie van Joris Van Severen. Deel 2”, WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging. 79(3). doi: https://doi.org/10.21825/wt.78985