@article{wt 78960, author = {Kevin Absillis}, title = {Het slechte geweten van Vlaanderen: Over het racisme van Hendrik Conscience (1812-1883). Deel 2}, volume = {80}, year = {2021}, url = {https://openjournals.ugent.be/wt/article/id/78960/}, issue = {3}, doi = {10.21825/wt.78960}, abstract = {<p>Deze tweedelige bijdrage vertrekt van de vaststelling dat Hendrik Conscience (1812-1883) de voorbije decennia met een erg kwalijke reputatie werd opgezadeld. De oorzaak wordt uitgelegd als een samenspel van factoren waarin echter de toe-eigening van zijn schrijverschap door rechtse en extreemrechtse Vlaams-nationalisten doorslaggevend is. Zo is haast automatisch de verdenking over Conscience kunnen neerdalen dat hij in zijn werk een hardnekkig racisme zou hebben uitgedragen waarmee hij het volk dat zijn boeken las, zou hebben aangestoken. In deze bijdrage wordt onderzocht waar de beschuldigingen van racisme aan het adres van Conscience vandaan komen, op welke gronden ze zijn gebaseerd, wat in deze context zoal wordt bedoeld met de notie racisme, alsook, in de allereerste plaats, welke racistische opvattingen daadwerkelijk in zijn omvangrijke oeuvre zijn aan te treffen. Een analyse van <em>De leeuw van Vlaenderen </em>(1838), <em>Geschiedenis van graef Hugo van Craenhove en van zynen vriend Abulfaragus </em>(1845), <em>Jacob van Artevelde </em>(1849), <em>Batavia </em>(1858) en <em>Simon Turchi </em>(1859), aangevuld met observaties uit diverse andere literaire teksten, toont aan dat het werk van Conscience bulkt van etnische stereotypen en imperialistische denkbeelden, maar terzelfder tijd nauwelijks migratie-vijandige boodschappen bevat en geen sporen van biologisch racisme of modern antisemitisme vertoont. De door Conscience literair geconstrueerde Vlaamse culturele identiteit blijkt zelfs verrassend goed te rijmen met interculturele dynamiek en diversiteit, al is in zijn discours ook steeds een onmiskenbaar paternalistische ondertoon aanwezig. In het besluit wordt toegelicht dat een nuancering van Consciences racisme niet aanstuurt op de trivialisering van diep ingesleten koloniale denkpatronen, maar gewoon een kwestie van historiografische deontologie is.<br>__________________________________________________________________________________________________</p> <p><strong>Flanders’ bad conscience: on Hendrik Conscience’s (1812-1883) racism </strong></p> <p>This two-part article starts from the observation that Hendrik Conscience (1812-1883) has been attributed a malign reputation in recent decades. Its ubiquity can be explained as the result of an interplay of different factors, though the appropriation of the writer by right and extreme-right Flemish nationalists has proven decisive. Consequently, a conventional assumption regarding Consience which presumes that his literary work is rife with an adamant racism which galvanized the people who read his books, has become prevalent. This article analyses the origins of these accusations against Conscience, the bases on which they are founded, the meaning of the concept of racism in this context and, first and foremost, what kind of racist perspectives can actually be traced in his extensive oeuvre. An analysis of <em>De Leeuw van Vlaanderen </em>[The Lion of Flanders] (1838), <em>Geschiedenis van graef Hugo van Craenhove en van zynen vriend Abulfaragus </em>[History of Count Hugo van Craenhove and his friend Abulfaragus] (1845), <em>Jacob van Artevelde </em>(1849), <em>Batavia </em>(1858), and <em>Simon Turchi </em>(1859), complemented with observations from a range of different literary texts, illustrates how Conscience’s oeuvre is brimming with ethnic stereotypes and imperialist beliefs, though at the same time shows how it is almost entirely devoid of any migrant-hostile messages and has no traces of biological racism or modern antisemitism. Conscience’s literary constructed Flemish cultural identity even appears to gel surprisingly well with intercultural dynamics and diversity, though his discourse remains unmistakably marked by a paternalistic undertone. The conclusion clarifies how a nuanced approach to Conscience’s racism does no aim to trivialize deeply ingrained colonial thought patterns, but constitutes a case of historiographical deontology.</p>}, month = {9}, pages = {226-268}, publisher={ADVN | archief voor nationale bewegingen}, journal = {WT. Tijdschrift over de geschiedenis van de Vlaamse beweging} }