Infectieuze bronchitis bij kippen en het allereerste effectieve coronavirusvaccin (1939)
- L. Devriese
Abstract
Toen in 2020 berichten verschenen over een nog onbekende ernstige ziekte verwekt door een coronavirus die zich in een nooit gezien snel tempo onder mensen verspreidde, werd door enkele wetenschappers de aandacht gevestigd op analogieën met gelijkaardige infecties bij huisdieren. Vooral de gelijkenissen met ziekte verwekt bij kippen door het infectieuze bronchitis virus (IBV), eveneens een coronavirus, waren duidelijk. Drie kenmerken van dit kippenvirus konden ook bij het menselijke agens van groot praktisch belang zijn: (1) goede overleving in koude, vochtige lucht, (2) fenomenaal hoge besmettelijkheid, en (3) goede immunogene eigenschappen. Dit laatste gaf meteen ‘hoop in bange dagen’, althans bij degenen die hiervan op de hoogte waren. De kippenziekte werd immers bijna een eeuw eerder (1931) beschreven en enkele jaren later, rond 1940-1950, waren er al efficiënte vaccinatiemethoden op punt gesteld. Ten tijde van de COVID19-pandemie bij mensen werden deze (levende verzwakte) vaccins al decennialang massaal toegepast en was hun effectiviteit en onschadelijkheid onweerlegbaar bewezen. Enkel de immuniteit tegen heterologe virusstammen kon tegenvallen. Pas met de recente ontwikkeling van een revolutionair nieuw vaccin dat gebruik maakt van messenger (m) RNA, kon dit laatste probleem verholpen worden. In dit kort overzicht worden vooral de overeenkomsten belicht tussen historische bevindingen bij infectieuze bronchitis bij pluimvee en de recente kennis omtrent COVID19 bij mensen.
Downloads:
Download PDF
View PDF