Abstract
De auteur onderzoekt de gevolgen van de functionele differentiatie op de Kerken. Deze verschijnen meer en meer als organisaties die buiten de leefwereld staan. Een meerderheid van de bevolking verwacht van hen nog ’diensten’ en hun symbolisch patrimonium wordt beschouwd als een “gedeeld vocabulaire” waarmee men een eigen zingevingssysteem kan componeren of construeren. De deconstructie van het Christelijk geloof is een gevolg van een betekenisverschuiving in het godsbegrip die resulteerde uit de verzakelijking en de rationalisering van de Subsystemen én de leefwereld. Hoe kan men in dit verband dan de zgn. ’heropleving van de godsdienst’ verstaan? Het publiek discours van godsdienstige actoren, waarop o.m. die visie stoelt, heeft slechts morele autoriteit ad extra voor zover het om een algemeen menselijk discours gaat. Godsdienstige actoren verschijnen op het maatschappelijk vlak dus eerder als morele dan religieuze autoriteiten. De Nieuwe Religieuze Bewegingen buiten de Kerken, groepen ’am Rande’ van de Kerken, volksreligiositeit, magie, e.a. zgn. religieuze fenomenen, die ook op een her opleving zouden wijzen, getuigen eerder van een 'retour du sacré’. Een ’vrij zwevende sacraliteit’ die zich uit het religieuze geëmancipeerd heeft, m.a.w. er is eerder sprake van een ’heropleving van sacraliteit’ dan van de ’godsdienst’.
How to Cite:
Dobbelaere, K., (1993) “Individuele godsdienstigheid in een geseculariseerde samenleving”, Tijdschrift voor Sociologie 14(1), 5–29. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86157
Downloads:
Download PDF
View PDF