Abstract
Deze studie verstrekt recente gegevens over de spreiding van het vermogensbezit en van de vermogensinkomsten over de Belgische huishoudens. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen roerend en onroerend vermogen en worden de huishoudens ingedeeld naar leeftijdsklassen, beroepsgroepen, gewesten en inkomensdecielen. De onderzoeksgegevens komen uit een enquête van het Centrum voor Sociaal Beleid (UFSIA) van 1988. Een opmerkelijke vaststelling is dat het effect van de totale vermogensopbrengsten op de inkomens ongelijkheid tamelijk klein is. Hoewel de inkomsten uit vermogen relatief meer geconcentreerd zijn in het economisch rijkere Vlaanderen en bij de hogere beroepsgroepen, heeft de toevoeging van die inkomsten bij het beschikbaar huishoudinkomen praktisch geen invloed op de Gini- en Theilcoëfficiënt. De verklaring daarvoor ligt in de nivellerende werking van de opbrengsten uit de eigen woning aan de ene kant en de denivellerende werking van de verhuuropbrengsten en de roerende inkomsten aan de andere kant
How to Cite:
Meulemans, B. & Marannes, F., (1991) “Het vermogen van de Belgische huishoudens in 1988: enkele verdelingsaspecten”, Tijdschrift voor Sociologie 12(3-4), 367–414. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86122
Downloads:
Download PDF
View PDF