Abstract
Het probleem van jong te zijn kan in sociologische zin worden begrepen in termen van generatiesamenhang en generatie-eenheid volgens Mannheim (1928). Daarmee wordt bedoeld de specifieke benadering van de sociale werkelijkheid, die voortkomt uit de eerste reflectie - als 'nieuwkomer' - van een nieuwe generatie van adolescenten op de sociale werkelijkheid en op de voorgrond tredende sociale problemen ('neuartige Zugang' volgens Mannheim). Onderzoek naar de generatiesamenhang cq.-eenheid van opeenvolgende generaties is een belangrijk middel om de logica van de maatschappelijke ontwikkeling te reconstrueren. Dit artikel levert daaraan een bijdrage door een analyse van drie opeenvolgende generaties in Nederland sedert 1945. Onderzoeksgegevens over de sociaal-culturele oriëntatie van Nederlandse jongeren indiceren een trend van slijtage van traditionele culturele modellen in vier cruciale levensdomeinen: godsdienst, huwelijk en gezin, politiek, arbeid. De auteur interpreteert deze trend als een voortschrijdend proces van overgang van een bevelstructuur naar een onderhandelingshuishouding. Een nadere precisering van dit proces wordt geboden door een analyse van de generatiesamenhang cq.-eenheid van jongeren in de jaren vijftig, eind zestig en zeventig, en de jaren tachtig.
How to Cite:
Matthijssen, M., (1989) “Het probleem van jong zijn”, Tijdschrift voor Sociologie 10(Jaarboek), 195–214. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.86072
Downloads:
Download PDF
View PDF