Abstract
De deterministische paradigmata die tot op heden het onderzoeksveld voor de verzuiling beheersen vertonen een tendens naar een afnemend grensnut. Hun heuristische zwakheid leidt tot de verwaarlozing van minder conventionele hypotheses. Voor het empirisch onderzoek betekent dit een verlies aan vernieuwing en een winst aan trivialiteit. Een tweede zwak punt aan deze paradigmata volgt uit hun haast exclusieve belangstelling voor de beschrijving van factoren die op een of andere manier verband houden met de te verklaren verschijnselen. Zulke beschrijving houdt evenwel nog geen verklaring in waarom en hoe deze factoren een invloed zouden hebben op de menselijke actoren. Deze beschrijvende optiek laat de deur open voor de pseudo-evidenties van deterministische interpretaties. In deze bijdrage wordt gepleit voor het gebruik van “strategische” paradigmata zoals die voorgesteld werden door N. Elias en R. Boudon en, meer in het algemeen, door de interactionistische benadering. Zij nemen als uitgangspunt de strategieën van de betrokken actoren waarin de factoren een verstaanbare plaats innemen. Zodoende kunnen deze factoren in een verklarend en niet enkel in een beschrijvend perspectief gebezigd worden. De strategische paradigmata kunnen ook meer complexe verschijnselen verklaren (zoals, bij voorbeeld, de selectieve ontzuiling en de coalitievorming tussen ideologische organisaties) die de deterministische paradigmata onmondig laten.
How to Cite:
Dierickx, G., (1986) “De sociologen en de verzuiling: over nut van deterministische en strategische paradigmata”, Tijdschrift voor Sociologie 7(3), 509–549. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85953
Downloads:
Download PDF
View PDF