Abstract

De bestaande 'suicidologische' theorieën bevatten slechts zeer algemene predictieve criteria voor het optreden van zelfmoordpoging. De empirische en logische distantie tussen deze criteria en zelfmoordpoging is vaag, ongedifferentieerd en a-specifiek. In voorliggende studie wordt gepoogd aan deze leemte gedeeltelijk tegemoet te komen door de vergelijking van twee specifieke subgroepen: een groep van zelfmoordpogingen en een groep van niet-suicidaal crisisgedrag. De resultaten van de analyse wijzen erop dat voor een goed begrip van de suicide-problematiek de diverse stadia binnen een 'suicidale carrière' duidelijk van elkaar moeten onderscheiden worden. Verder blijkt dat de concipiëring van suicidaal gedrag in termen van interactie tussen sociale leerparameters en structurele condities een strategische invalshoek kan bieden voor de empirische reconstructie en de sociologische duiding van suicidale carrières.

How to Cite:

Matthijs, K., (1983) “Suicidaal gedrag als carriere: een sociologische visie op gedragsdifferentiering”, Tijdschrift voor Sociologie 4(4), 451–474. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85852