Abstract
Er werd reeds heel wat onderzoek verricht m.b.t. de kwaliteit van de informatie die verkregen wordt langs survey-interviews. In een eerste periode kon dit onderzoek nauwelijks uitmonden in het formuleren van betrouwbare interview-instructies wegens het ontbreken van een systematische theorie. Recent werden verscheidene theorieën ontwikkeld waarbij het onderzoek steeds meer aansluiting vindt. De theorie-vorming is het verst gevorderd in de pogingen van J. Van der Zouwen en W. Dijkstra die uitgaan van de analogie tussen het interview en de “black box” analyse van de systeem-theorie. Deze auteurs tonen aan dat het interview-proces vruchtbaar kan beschreven worden in de terminologie van de rol-theorie en dat dit tot op grote hoogte empirische toetsing mogelijk maakt. Inzake empirische bevindingen wordt baanbrekend werk verricht aan het Survey Research Center (the University of Michigan). Dit soort onderzoek vergt een specifiek ontwerp van bij de aanvang, bv. het meten van het interviewergedrag tijdens het interview-proces en technieken van multivariabelen analyse. Deze bevindingen zijn perfect te integreren binnen de vermelde theorie. Tot besluit worden enkele praktische implicaties besproken en wordt geargumenteerd dat het belang van de fase van data verzameling nauwelijks overschat kan worden.
How to Cite:
Billiet, J., (1980) “Het survey-interview, theorievorming en onderzoek : stand van zaken”, Tijdschrift voor Sociologie 1(1), 33–47. doi: https://doi.org/10.21825/sociologos.85760
Downloads:
Download PDF
View PDF