Abstract
Scholen staan onder druk om meer aandacht te geven aan morele opvoeding. Het publieke discours over verlies van normen en waarden heeft geleid tot een roep om versterking van de pedagogische opdracht van de school. De klachten over normverval hangen samen met recente maatschappelijke ontwikkeldingen. De twintigste-eeuwse veranderingen in de opvoedingsstijl van basisscholen, van discipline, orde, netheid en gehoorzaamheid naar zelfontplooiing, zelfwerkzaamheid, verantwoordelijkheidsbesef en zelfbeheersing, hingen samen met de overgang naar een post-industriële samenleving. Nog verdergaande individualisering en informalisering, en toenemende etnische verscheidenheid hebben geleid tot kritiek op deze opvoedingsdoelen, omdat deze tot te grote vrijheid, te weinig structuur en onbeheersbaar gedrag zouden hebben geleid. Maar hoe is deze kritiek uiteindelijk vertaald in de dagelijkse praktijk op school? Verschillende actoren zijn betrokken geweest bij het omvormen van het normen- en waardendebat tot concrete veranderingen in de interacties in de klas. Scholen gaven meer aandacht aan regels enerzijds, aan het aanleren van sociale en emotionele vaardigheden anderzijds, maar het waren politieke actoren, gesteund door pedagogen, die de roep om meer aandacht voor normen en waarden herformuleerden tot behoefte aan burgerschap en burgerschapsvorming tot verplicht onderdeel van het curriculum wisten te maken.
How to Cite:
Eli, d., (2010) “Burgerschap op de basisschool: over de veranderingen in de morele opvoeding van kinderen”, Sociologie 6(4), 27–50. doi: https://doi.org/10.38139/sociologie.89862
Downloads:
Download PDF
View PDF