Abstract
Wanneer mensen opgenomen worden in een zorginstelling dan is dat meestal met de bedoeling hen te ‘resocialiseren’. Al ten tijde van het onderzoek van Erving Goffman naar ‘total institutions’ bleek resocialisatie echter zelden te lukken. Nu nog zien wij dat dak- en thuislozen veelal langdurig in opvanginstellingen verblijven. Hoe komt het dat resocialisatie zo moeilijk is? Om dat te achterhalen is gekeken naar het dagelijkse leven in een instelling voor dak- en thuislozen. Het verblijf in een instelling stelt bewoners in staat een positieve identiteit te (re)construeren. We introduceren hiervoor het begrip ‘reanimatie’, als tegenhanger van het begrip ‘mortificatie’ van Goffman. We zien ook dat bewoners zich langdurig in de instelling weten te handhaven. Door zich aan te passen aan de regels van de instelling kunnen zij in enige mate persoonlijke doelen nastreven. Maar juist hierdoor treedt hospitalisering op, de bewoners worden afhankelijk van de instellingen, waardoor hun kansen om zelfstandig te gaan wonen verminderen.
How to Cite:
Christina, W. & Christian, B., (2009) “Opvang en resociolisatie: hoe daklozen leven in de maatschappelijke opvang”, Sociologie 5(4), 462–483. doi: https://doi.org/10.38139/sociologie.89834
Downloads:
Download PDF
View PDF