Abstract
Gebruikmakend van archiefmateriaal en persoonlijke getuigenissen reconstrueer ik de omstandigheden waaronder Bourdieu in 1993 de Gouden Medaille van het Centre National de la Recherche Scientifique ontving, de hoogste Franse wetenschappelijke onderscheiding, bij wijze van casestudy van de existentiële situatie en het institutionele vertoon van wetenschappelijke consecratie. Zijn acceptatierede en de plechtigheid waarop hij die uitsprak zijn in drie opzichten van belang voor de geschiedenis van de sociologie en de sociologie. Zij laten zien hoe het verband tussen wetenschap, gezag en macht door een toonaangevende figuur in het vakgebied persoonlijk is ervaren, beschouwd en overdacht, en hoe hij in de praktijk daartussen laveerde. De toespraak en de ceremonie uit 1993 vormden dan ook een keerpunt in Bourdieus intellectuele ontwikkeling; zij leidden tot een nieuwe onderzoekagenda, waarin de staat als overheersende symbolische macht, de alchemie van de groepsvormingen de niet ingeloste belofte van democratische politiek op de voorgrondtraden. Ze verklaren mede waarom Bourdieu in de jaren negentig met meer overtuiging deelnam aan het publieke debat. Zijn ambivalente aanvaarding van de prijs is tevens een illustratie van Bourdieus concept van de ‘realpolitik van de rede’ en maakte nadrukkelijk een einde aan de verduistering van Durkheim door de sociologie haar rechtmatige positie in het wetenschappelijke zenit terug te geven, in het land waar ze ontstond.
How to Cite:
Wacquant, L., (2012) “Bourdieu 1993: een casestudy in wetenschappelijke consecratie”, Sociologie 8(4), 418–434. doi: https://doi.org/10.5117/SOC2012.4.WACQ
Downloads:
Download PDF
View PDF