Le calcul du coefficient de gradation q d'après De Liocourt a l'aide du volume total et du diamètre maximal
- N. Lust
Abstract
De Liocourt stelde vast, dat in het ideale plenterbos de stamtaIIen afnemen voIgens een meetkundige reeks van de vorm ; a a. q-1 a. q-2 ......... a. q-(n-2) a. q-(n-1) De Liocourt berekent de drie factoren a, q en n ais volgt: a = ((3 . Z)/(4. m'))xp. n, gelijk aan het aantal diameterklassan, wordt bepaald door het vastleggen van de kapbaarheidsgrens. log q = 1/(n-1).log a (uit a. -(n-1) = 1). Volgens deze traditionele methode is het echter zeer moeilijk om «a », n en q juist te bepalen, zodat het niet te verwonderen is, dat twee auteurs, uitgaande van dezeIfde basisgegevens, een verschillende evenwichtscurve opsteIIen. De voornaamste oorzaak hiervan is de foutieve bepaling van de gradatiecoefficient q. het was dan ook de bedoeling een nauwkeuriger berekening voor deze parameter uit te werken. Hiervoor werd uitgegaan van het totale volume V en de einddiameter DE. Aan de hand van de verhouding tussen V en verschillende waarden van q en DE en de betrekking tussen de einddiameter en de waarde van q bij een constante voorraad kan de vergelijking q = a.DE2 + b . DE + c (1) opgesteld worden, die het mogelijk maakt bij een gegeven volume de waarde van q te berekenen. De formule 1 kan als volgt veralgemeend worden: q = (0,0071382 . V-0,61776) . DE2 - (0,534348 . V-0,41655) DE + (9,9170. V-0,15413) (formule 2) Deze formule laat toe op een eenvoudige wijze de gradatiecoefficient en aldus ook de evenwichtscurve te berekenen, tenminste als V en DE gekend zijn. Deze twee faktoren moeten door de bosbouwer op voorhand bepaald worden, daar zij kunnen verschillen naargelang de standplaats en het bedrijfsdoel. Het blijkt echter, dat bij een bepaald volume niet alle waarden van DE kunnen gebruikt worden omdat het procent hoomhout te groot zou worden. De maximale einddiameter die bij een bepaald volume toegelaten is, kan berekend worden door volgende vergelijking : Max. DE = 49,057 + 0,138 . V Aan deze maximale waarden van DE beantwoorden minimale waarden van q : Min. q = 0,000001807136. V2 - 0,002039781 . V + 1,790206 Er bestaat evenwel ook een maximale waarde van q, daar het anders mogelijk zou zijn, dat bij een bepaalde waarde van V en DE de waarde van « a » te groot zou worden. Om te beletten dat bij een bepaald volume «a» groter zou zijn dan 140, kan gebruik gemaakt worden van de formule: Max. q = 0,000001886. V2 - 0,001948. V + 1,858171 Om de maximale waarde van q niet te overschrijden moet bij een bepaald volume DE een minimale waarde hebben : Min. DE = -0,000111428. V2 + 0,165228. V + 43,083 Deze werkwijze biedt het grote voordeel, dat voor de bepaling van de faktor q geen metingen meer noodzakelijk zijn. Daarenboven is de waarde van q nu afhankelijk van het volume en de beoogde einddiameter, d.w.z. dat op eenzelfde standplaats, de gradatiecoefficient kan verschillen naargelang het bedrijfsdoel. Dit sluit aan met de ideeën van Mitscherlich (16) die vooropstelt, dat op eenzelfde standplaats meerdere evenwichtscurven mogelijk zijn.
How to Cite:
Lust, N., (1968) “Le calcul du coefficient de gradation q d'après De Liocourt a l'aide du volume total et du diamètre maximal”, Silva Gandavensis 10. doi: https://doi.org/10.21825/sg.v10i0.1011
Downloads:
Download PDF
View PDF