Abstract

Terreurorganisatie Islamitische Staat trok heel wat Europese jongeren aan. Velen van hen kwamen om, een deel keerde terug naar het land van herkomst en een andere groep verblijft nog steeds in het conflictgebied. Al jaren worstelen landen met de problematiek van berechting en bestraffing van deze Foreign Terrorist Fighters (FTF’s). De ernst van de misdrijven zorgt ervoor dat er diverse mogelijkheden zijn: lokaal berechten, berechten in het land van herkomst of een proces voor een hof of tribunaal. Naast de internationale regels omtrent jurisdictie en bestraffing van terreur, spelen ook emotionele en ethische overwegingen een rol. De internationale gemeenschap wil terroristen verantwoordelijk stellen voor hun daden en dit mits respect voor rule of law en mensenrechten, maar ook burgers verwachten dat misdadigers gestraft worden. Familieleden van Syriëgangers willen vaak dat de (klein)kinderen geholpen worden, terwijl experts het veiligheidsrisico in overweging nemen bij het afwegen van de diverse opties. Dit leidt tot een complexe situatie die dringend opgelost moet worden.

Keywords

Belgische Foreign Terrorist Fighters, Terrorisme, Syrië, Irak, Berechting, Bestraffing