Articles

Werken en leren. Kantwerkscholen tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw.

---

Abstract

De scholen waren bedoeld als een middel om de gevolgen van de economische crisis, die in het midden van de negentiende eeuw vooral het Oost- en West-Vlaamse platteland trof, te verzachten. Jongeren genoten er onderwijs. leerden een vak én droegen bij tot het gezinsinkomen. Dat de scholen vanaf 1850 vooral kant produceerden. was te wijten aan het feit dat de vraag naar kant in deze periode toenam en het kantwerk dus een lucratief handwerk was. Daarnaast leidden de kantscholen kantwerksters op die na het verlaten van de school in de huisnijverheid aan de slag konden gaan. Vanaf de jaren 1860, toen de ergste gevolgen van de crisis achter de rug waren, daalde het aantal scholen opnieuw. Het succes van de kantscholen taande verder naarmate de kantnijverheid voor de scholen en de leerlingen minder winstgevend werd en de mogelijkheden om een hoger loon te verdienen in de fabrieksi ndustrie toenamen. De onderwijswet van 1914 en de teloorgang van de kantnijverheid betekenden de doodsteek voor de kantscholen.

How to Cite:

Bracke, N., (2002) “Werken en leren. Kantwerkscholen tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw.”, Oostvlaamse zanten 77(1).