Een nieu liedt van de moordadighe feyten gecommiteert door Adriaen de Jode binnen de stede van Ghendt.
- Herman Van Istendael
Abstract
Op maandag 28 april 1664 vindt men te Gent in een huis tegenover de vleeshalle de lijken van Livina Bernaert, echtgenote van Martinus van der Brugghe, lakensnijder, haar dienstmeid Christina de Scheppere en haar kind Elias van der Btugghe, zes maand oud. Dit feit verwekte zeer grote opschudding. Dezelfde dag wordt Adriaen de jode, zoon van Adriaen aangehouden toen hij een paar bebloede schoenen trachtte te verkopen aan de vrouw van een schoenlapper.
How to Cite:
Van Istendael, H., (1978) “Een nieu liedt van de moordadighe feyten gecommiteert door Adriaen de Jode binnen de stede van Ghendt.”, Ghendtsche Tydinghen 7(3). doi: https://doi.org/10.21825/gt.v7i3.7434
Downloads:
Download PDF
View PDF